Begeleiding

Kernwoorden die onze begeleiding typeren zijn ambulant, op maat en gespecialiseerd.

In de uitvoering van onze begeleiding hanteren we de principes van vraaggericht en contextgericht werken gericht op zo zelfstandig mogelijk functioneren en deelnemen aan onze samenleving (levensloopbegeleiding).

Vraaggericht staat in onze opvatting voor het gegeven dat de hulpvraag van de jeugdige of volwassene het uitgangspunt is voor de hulp. Bij jeugdigen horen daar vaak ook de ouders bij. De cliënt en de ouders zijn hiermee onze opdrachtgever. BOTS vindt het belangrijk dat cliënten zeggenschap en inspraak houden bij het vormgeven aan de eigen begeleiding.

De hulpvraag wordt dan ook vastgelegd, in een gezamenlijk opgesteld, werkplan. De begeleiding is gericht op verandering. In de werkwijze met de cliënt staan de begrippen duidelijkheid, openheid en samenwerken centraal. De positie en inbreng van de jeugdige of de volwassene staan centraal, evenals de eigen verantwoordelijkheid. De begeleiding is hierop afgestemd en biedt ruimte om mee te denken over en mee vorm te geven aan de inrichting van het begeleidingsproces.

Contextgericht betekent dat het werken altijd gebeurt in de context (omgeving) waarbinnen de hulpvraag gesteld wordt en waarvan de jeugdige of volwassene op dat moment dan ook deel uitmaakt. Dit kan zowel in de thuis-, school-, werk- of een vrijetijdssituatie zijn. Er wordt in de situatie, waarin de vraag zich voordoet, met de jeugdige of volwassene en waar nodig het gezin gewerkt aan inzicht in de problemen, het zoeken naar veranderingsmogelijkheden en het verwerven van nieuwe vaardigheden.

Het is binnen onze visie niet mogelijk hulp vorm te geven zonder de rest van de context (vaak het gezin) te informeren. Tijdens de begeleiding wordt uitgegaan van de competenties (mogelijkheden) van de cliënt en zijn directe omgeving waarbij rekening gehouden wordt met de draaglast en draagkracht.